Web3 betekent decentraal internet, waarin gebruikers centraal staan en niet grote bedrijven. Onderdelen zijn read and write and own. Web3 of ook wel Web 3.0 is een term die de laatste tijd vaker voorbijkomt in gesprekken op het Web 2.0 over cryptocurrency en blockchain technologie. Web3 zou de toekomst van het internet zijn. Of dat ook zo is, daarover gaan we je in deze les vertellen.
✔️ Web3 betekent in het kort decentraal internet.
✔️ Met Web3 neem je controle over je digitale identiteit.
✔️ Web3 kan een revolutie teweegbrengen in hoe we internet gebruiken.
✔️ Is de wereld wel klaar voor Web3?
Web3 is wellicht de volgende fase in de ontwikkeling van het internet. Het is de bedoeling van Web3 applicaties om zo veel mogelijk in eigen beheer te doen. De afhankelijkheid van de grote techbedrijven als Google en Facebook zal met deze nieuwe generatie internet een stuk minder zijn of zelfs helemaal verdwijnen. Uiteindelijk zal er een Self-Sovereign Identity (SSI) verschijnen, waardoor gebruikers al hun informatie in eigen beheer hebben.
Dit klinkt allemaal prachtig, maar is het ook realistisch? Kom met ons mee naar de wereld van het World Wide Web, waar niets blijft wat het was en een deus ex machina (plotselinge verandering zonder aanwijsbare reden) om de hoek loert!
We zullen je niet gaan vermoeien met eindeloze stukken over personen en data, maar een globale geschiedenis lijkt ons wel op de plaats.
ARPANET of ARPA Network werd eind jaren zestig bedacht in de VS. Computers waren nog zó duur, dat het economisch slim was om ze te delen met elk onderzoeksinstituut dat ze nodig kon hebben. Zo hoefde je niet in elk instituut een peperduur monster van een machine te hebben.
Een bijkomstigheid, die door sommigen als hoofdzaak werd aangevoerd, was dat communicatie tijdens een kernoorlog gewoon kon doorgaan als de computers verbonden bleven.
In 1988 werd dit ARPA-internet buiten gebruik gesteld, maar inmiddels hadden ze hier wel File Transfer Protocol en e-mail verzonnen.
Het World Wide Web (read) werd voorgesteld en geïntroduceerd door de Engelsman Tim Berners-Lee. In 1989 stelde hij een informatiemanagementsysteem voor en implementeerde het later dat jaar. De eerste communicatie tussen een HTTP client en server via het internet kwam van zijn hand.
Bekende protocollen, die ook nu nog gebruikt worden komen vooral uit deze tijd: TCP/IP, SMTP en HTTP. Erg belangrijk is dat het gratis is om deze protocollen te gebruiken.
Je zou dit Web1 kunnen noemen, het begin van de connectie van computers over de hele wereld, ook wel bekendstaand als het internet. Het was een soort tweedimensionale wereld, waarin je websites bekeek zonder dat je verder veel kon doen.
De tweede generatie websites waren interactief en centraal beheerd. De term Web2.0 (read & write) werd bedacht door Tim O’Reilly en dateert van rond de millenniumwisseling. Hij omschreef het met de woorden “dat je geen webmaster meer hoefde te zijn om informatie te uploaden naar het internet”.
De terminologie zal je misschien niet zo bekend voorkomen, maar de bedrijven die centraal staan in deze tijd wel: Facebook, Google, Amazon, Twitter, enzovoorts. De reden dat ze je zo bekend voorkomen is dat we midden in de Web2 era zitten!
Web2 staat bekend als het sociale internet, waar je verhalen, afbeeldingen, video’s en andere toepassingen kunt delen. Een minder fraai aspect aan deze tijd is het schenden van de privacy van gebruikers en het verkopen van je persoonlijke gegevens en voorkeuren aan bedrijven die je vervolgens gerichte advertenties sturen.
De reden dat deze bedrijven zo groot zijn geworden staat bekend als het netwerkeffect, maar ook als het bandwagon effect. Het netwerkeffect betekent bijvoorbeeld dat als veel mensen een applicatie gebruiken, dat er meer volgen. Een soort schaapjesgedrag van een kudde. Hierdoor sterft de concurrentie uit.
Het bandwagoneffect is het principe dat een mening die veel gedeeld wordt door anderen ook je eigen mening wordt. Als iedereen een account bij bedrijf X heeft, zal het ook wel het beste bedrijf zijn. Op deze manier zijn alternatieve browsers, sociale media en zoekmachines een stille dood gestorven. Veel mensen kunnen zich nog Netscape, Alta Vista en Myspace herinneren. Sommige bedrijven waren beter dan hun concurrent, maar werden verdreven door bovengenoemde effecten.
Een ander aspect dat steeds belangrijker wordt voor de gebruiker is de invloed van algoritmen en factcheckers, die jouw content beoordelen en je post, account of forum kunnen verwijderen. Door deze afhankelijkheid krijgen deze bedrijven enorme macht, ook op de publieke opinie. Ze kunnen “de kudde sturen”.
Deze era wordt door Andrew Keen in zijn boek “The cult of the amateur” genoemd. Volgens hem kan iedereen zonder grondige kennis van alles op het internet zetten en dat is ons wel opgevallen op sociale netwerken als Twitter of Facebook. Met vrijheid zou eigenlijk ook verantwoordelijkheid moeten komen, maar ja.
Web3 (read & write & own) of Web3.0 is eigenlijk nog niet echt begonnen. Je zou kunnen beweren dat we er middenin zitten, maar het is niet uitgesloten dat het een eeuwige transformatie wordt.
De term Web3 is in 2014 verzonnen door Gavin Wood, bekend van Ethereum. Pas rond 2020 kwam er een beetje schot in deze zaak, die tot dan toe door Big Tech gedomineerd werd.
Web3 is een periode waarin de bakens verzet worden. Het moet het einde inluiden van centralisatie (Google, Facebook) en zorgen voor het uitschakelen van de tussenpersoon (banken, notaris). Het moet een nieuwe internetrevolutie worden.
Technieken die je hiervoor kunt gebruiken vanwege hun decentrale karakter zijn de blockchain, cryptocurrency, NFT’s en DeFi.
Controle over je gegevens komt in eigen handen te liggen, zodat centrale autoriteiten als Google of Facebook je persoonlijke gegevens niet meer kunnen verkopen aan adverteerders. Met een mooie frase noemen ze dat een Self Sovereign Identity (SSI). Je bepaalt dan zelf wat je allemaal met wie deelt en je privacy is je eigen zaak geworden.
Bij Web3 werkt men aan het integreren van internettoepassingen. “Idealiter” zou je met slechts één profiel in kunnen loggen om toegang te krijgen tot alle applicaties en websites waar je lid van bent en waar je mee wil werken. Dit zal nog wel wat voeten in aarde hebben, maar ook nogal wat bedenkelijke implicaties hebben.
De grote technologiebedrijven zijn hier ook mee bezig, maar wil je echt je hele hebben en houden plaatsen op Google Docs of zo? Wat houdt Google tegen om er ooit geld voor te gaan vragen en je de toegang te weigeren, tenzij je betaalt? Dat alles met elkaar verbonden is, is wel zonder meer handig, maar het gevaar is duidelijk.
Web3 moet dus werken aan het integreren van alle belangrijke sites, zonder gebruik te maken van private bedrijven. Het moet een decentraal internet worden. Het probleem is, dat Big Tech het geld heeft voor nieuwe ontwikkelingen en gecentraliseerd is, waardoor ze aan kunnen sturen op specifieke toepassingen. De rest van het internet bestaat te veel uit eilandjes zonder groot geld, waardoor het allemaal traag gaat.
Web3 heeft een aantal belangrijke onderdelen en veranderingen in petto voor ons die we zullen opsommen:
Blockchain. Een blockchain is decentraal. Dit betekent dat niet alle informatie op een server van een bedrijf staat, maar verspreid over duizenden nodes. Niemand kan naar voren komen en zeggen dat iemand geen toegang meer heeft, want blockchain is permissieloos. Je hebt geen toestemming nodig om mee te doen aan een blockchain netwerk. Alles wordt decentraal en zonder grenzen geregeld. Je hoeft ook geen bedrijf of persoon te vertrouwen, het is trustless, dat wil zeggen: vertrouwen is ingebouwd in het systeem via een meerderheid van de nodes die een nieuw blok goedkeuren of afkeuren. Een korte omschrijving van de werking van een blockchain: het uitschakelen van de tussenpersoon.
Self-Sovereign Identity (SSI). Dit betekent dat je de aanmaak, opslag en beheer van je digitale identiteit volledig zelf in de hand hebt. Google of Facebook kan dan niet langer jouw persoonlijke data gebruiken, omdat je via SSI daar geen toestemming voor hebt gegeven, of doordat je een account deelt zonder enige aspecten waar jij aan te herkennen valt. Een manier die voorgesteld is om dit te regelen is via crypto wallets en een peer to peer public and private key. Een nadeel aan deze methode is dat je overal (kleine bedragen) voor moet betalen met cryptocurrency en dat zijn we niet gewend.
Gedecentraliseerde apps. Waar we nu nog te maken hebben met gecentraliseerde diensten, zoals Amazon en Google, die het client-server model gebruiken, kunnen we met dApps onafhankelijk van deze grote spelers meedoen aan allerlei handelingen op het internet die je normaal gesproken bij een grote aanbieder moet afnemen. Een heel bekende variant hiervan is DeFi, waar je zonder tussenpersoon financiële handelingen kunt doen die jou niet geweigerd kunnen worden. Je hoeft alleen maar te voldoen aan de voorwaarden in een smart contract. Veel van deze gedecentraliseerde apps, zoals exchanges, hebben een eigen token, zoals Uniswap. Wil je meedoen dan “zegt” het smart contact dat je dit en dat kunt doen als je een bedrag aan coin X (bijv. UNI) inlegt. Zo kun je daar bijvoorbeeld lenen, uitlenen en liquiditeit verschaffen zonder tussenpersoon.
DAO. Een DAO is een Decentralized Autonomous Organization. Dit soort organisaties werken volledig autonoom, onafhankelijk van een centrale leiding. De deelnemers zelf en de software laten alles vanzelf gaan. Dit is een bijzonder handig in elkaar gestoken principe, waarbij de mensen die de governance tokens van zo’n netwerk in handen hebben mogen stemmen welke kant ze op gaan. Alles is geautomatiseerd van de wieg tot het graf in zo’n DAO. Als hij eenmaal loopt hoeft niemand de deur te openen, de telefoon aan te nemen of de post af te werken. Hij werkt voor eeuwig door zonder enige moeite. Het enige dat je in een DAO hoeft te vertrouwen is de software.
De Metaverse. Dit is een verzameling van 3d virtuele werelden waar je van alles kunt doen. Zo heb je werelden die nogal veel op de onze kunnen lijken, zoals TheSandbox of Decentraland, maar ook scifi werelden, computer gegenereerde werelden die helemaal niet op de onze lijken of ancient civilisations. Een belangrijk aspect in deze werelden is dat je in het bezit kunt zijn van allerlei soorten NFT’s. Een NFT is een non fungible token oftewel niet inwisselbaar token, dat onmiskenbaar in het bezit is van een bepaald individu, omdat eigenaarschap vastgelegd is op een blockchain en de private sleutel in zijn bezit is. Technisch gesproken kun je vrijwel van alles non fungible tokens maken en die online verkopen, zelfs je huis en auto. Eigenaarschap staat immers vast via je private sleutel en bij overdracht gaat de private sleutel naar de nieuwe eigenaar. Kun je die makelaar op zijn neus laten kijken. In de Metaverse kun je meestal land kopen, gebruikersitems die belangrijk zijn in een spel kopen en aan je uiterlijk werken, zodat je een heel gepersonaliseerde ervaring krijgt. Er zijn zelfs doktersposten, reclameborden en winkels waar je merkschoenen kunt kopen en dergelijke. Ook kun je er vaak opdrachten doen en kleine prijzen winnen met play to earn, maar een echt inkomen er mee verdienen is zeldzaam.
AI. Artificial intelligence zal zeker een grote rol gaan spelen in Web3. Het zal duidelijk zijn dat dit nu nog in zijn kinderschoenen staat, maar op een gegeven moment zal AI steeds meer taken overnemen, omdat hij daar beter voor geschikt is dan de statische varianten van allerlei veel minder interactieve aspecten van Web3. Voorbeelden zijn Siri en Bixby, die wat je tegen ze zegt kan gebruiken om van alles op te starten, zoals een routekaart of iets dergelijks. Het WWW zal zich steeds meer als een organisme gaan gedragen dat een bepaalde richting op wil. De gebruikelijke science fiction verhalen zullen weer geschreven worden over deze nieuwe mogelijkheid. De grens tussen werkelijkheid en de virtuele wereld kan gaan vervagen. Een belangrijk onderdeel hiervan kan het semantisch web worden. Hiermee wordt het koppelen van gegevens op het internet via onder anderen machine learning bedoeld.
Open source. Dit is al een tijdje gaande, met Wordpress als een van de eerste programma’s die hun broncode vrijgaf. Dit heeft ervoor gezorgd dat niet alleen het maken van een website een fluitje van een euro werd, maar ook dat er heel veel aan gesleuteld is en het aantal mogelijkheden ervan geëxplodeerd is. Open source zorgt ervoor dat ontwikkelingen veel sneller gaan en dat er geen patenten en andere hindernissen worden opgeworpen bij de uitbreiding van de toepassingen. Veel cryptocurrencies hebben ook gebruik gemaakt van open source of zijn open protocollen.
Peer to peer. Steeds meer dingen zullen gaan gebeuren tussen gelijken (peers) in plaats van het gebruikelijke client-server model. Steeds meer applicaties maken het mogelijk om zonder toestemming of kosten directe communicatie te bewerkstelligen tussen twee partijen die met elkaar in contact willen komen om welke reden dan ook. Dan hoef je nergens meer in te loggen.
Ubiquity. Ubiquity betekent alomtegenwoordigheid. Jouw persoonlijke inbreng in de web omgeving is tegenwoordig niet alleen uitgebreid naar van elke plek inloggen en toegang hebben tot al jouw identiteiten en files, maar ook tot je slimme apparaten. Met het IoT (internet of things) kun je tegenwoordig op afstand je thermostaat aanzetten of kijken wie er aan de deur staat als de deurbel rinkelt.
Je bent eigenaar van je data. Op dit moment worden jouw persoonlijke gegevens verkocht door bedrijven, zodat je gebombardeerd kunt worden met advertenties. Als je je gegevens deelt zou je daar zelf geld voor kunnen vragen.
Koppelen van apparaten en identiteiten. Hierdoor heb je altijd en overal toegang tot al je accounts en IoT apparaten zonder in te hoeven loggen om dit te doen.
De macht van Big Tech, zoals Google en Facebook, wordt enorm beperkt als mensen hun privacy weer terug kunnen nemen en deze reuzen niks meer te verkopen hebben.
Vrijheid van betutteling van allerlei organisaties. Je kunt dingen op het internet plaatsen zonder dat een overheid of bedrijf jou de toegang kan weigeren. Dat is goed nieuws voor klokkenluiders, dissidenten en andere personen die de toegang vaak geweigerd worden tot het plaatsen van content. Je zult je waarschijnlijk wel nog aan de wetten van een land moeten houden, dus dit zal weer nieuwe regulering opleveren.
AI zal de gebruiker steeds beter op zijn wenken kunnen bedienen. Misschien zal hij ons op een gegeven moment beter begrijpen dan wij onszelf. Een natuurliefhebber zal bij de zoekterm eend geen auto te zien krijgen. Dat kan voor sommige mensen ook iets griezeligs hebben.
Door open source zal Web3 zich veel sneller kunnen ontwikkelen dan Web2 dat ooit kon.
Doordat er veel nieuwe techniek bij komt kijken zul je bij de tijd moeten blijven als gebruiker. Voor je het weet loop je achter en snap je niks meer van hoe het allemaal werkt. Zo kan er een grote groep achterblijvers komen, die hier niks mee te maken willen hebben. Dit kan voor een tweedeling zorgen.
Met nieuwe technieken komen ook nieuwe apparaten met meer mogelijkheden. Die moet je dan maar even allemaal gaan aanschaffen. Dit kan veel geld en grondstoffen gaan kosten.
Als er een behoorlijke technische kennis vereist is kan het ook zo zijn dat het helemaal niet of nauwelijks van de grond komt. Als Web3 niet op een supereenvoudige manier wordt uitgerold, zodat meedoen even eenvoudig is als het maken van een account op Facebook of zo, dan kon het wel eens zo zijn dat het een nichemarkt wordt. Een kleine groep enthousiastelingen die er alles van weet, maar de gesprekspartner al snel verliest als hij er over begint.
De beperkingen van blockchain zijn in het geval van Web3 niet mals. Het werken met blokken die gevalideerd moeten worden is gewoon echt niet handig als de hele wereld mee doet en er grote hoeveelheden transacties zijn. Al kun je 1 miljoen transacties per seconde er doorheen jassen, wat heb je eraan als er 100 miljoen mensen toevallig jouw app gebruiken en er 25 miljoen transacties per seconde zijn? Deze beperkte schaalbaarheid moet eerst opgelost worden, voordat deze technologie mainstream kan worden. Het kopen van coins is ook niet echt gemakkelijk te noemen voor een leek. Gaan grote groepen mensen dat wel doen? Gaan mensen wel voor iedere scheet een klein bedrag betalen om het te mogen doen op een blockchain? Of betalen ze liever een vast bedrag per maand, zoals nu aan centrale aanbieders?
Het Web3 wordt wel het decentrale web genoemd. Maar om dit “decentrale” web te laten werken heb je wel nog “enkele” apparaten nodig. Het decentraal leveren hiervan zal nogal moeilijk gaan. Er zal toch een bedrijf moeten zijn die al deze apparaten gaat maken. Krijg je dan niet gewoon een verschuiving van centrale spelers?
Wie gaat het Web3 ontwikkelen? Als het decentraal is moet je wel een reden hebben om dat te doen. Open source software verbeteren kost veel tijd, maar je wilt ook geld verdienen. Waar is het verdienmodel? Hoe krijg je het zo geregeld dat je net zo veel kunt verdienen aan het upgraden van open source software als het upgraden van gepatenteerde software? Dat is wel een uitdaging, anders krijg je een amateur Web3 en een pro Web2.
Wie gaat overstappen? Al je vrienden zitten op Facebook en X en dergelijke. Als je overstapt op Web3 zit je daar alleen. Hoe krijg je genoeg mensen zo ver dat ze naast je gaan zitten? Daarvoor moeten mensen wel een hele goede reden krijgen. Er zijn nu al genoeg betere netwerken dan bijvoorbeeld Facebook, maar niemand gaat daar heen, omdat iedereen bij Facebook zit. Er moeten flinke lokkertjes komen. En wat als ze overstappen? Krijg je dan niet gewoon hetzelfde als nu? Als genoeg mensen naar toepassing X op Web3 zijn gegaan, gaat iedereen daarnaartoe. Dan heb je nog hetzelfde.
Jack Dorsey, de oprichter van Twitter, noemt veel Web3 toepassingen eigenlijk een vorm van oplichting. Doordat er veel durfkapitaal wordt gestoken in allerlei projecten kun je er eigenlijk verzekerd van zijn dat de token- en aandeelhouders hun eigen wensen naar voren zullen schuiven en niet die van de gebruikers. Daar zit natuurlijk wel wat in. Wellicht dat de opzet van Web3 minder afhankelijk moet worden gemaakt van investeringen.
Iedereen zal het er mee eens zijn dat de manier waarop Big Tech een greep op het WWW heeft gekregen niet erg florissant te noemen is. De vraag is of Web3 de oplossing voor dit probleem zal worden.
Wat we op dit moment nog zien is dat zelfs de basis, blockchain en cryptocurrency, nog maar weinig gebruikt worden. Dit zal toch echt mainstream moeten worden, voordat we kunnen spreken van Web3. Als meer dan de helft van de bewoners van de planeet aarde nog nooit een transactie in cryptocurrency gedaan heeft, hoe kun je dan van ze verwachten dat ze even overstappen van hun vertrouwde toepassingen naar onbekende, waar je flink voor aan de bak moet om mee te werken?
Wij verwachten dat het een hele lange zit gaat worden. Er zullen zeker mensen zijn die graag gebruik maken van deze nieuwe mogelijkheden en langzaamaan druppelen er meer de metaverse binnen en sturen hun thermometer met hun telefoon aan, maar dit gaat een schildpad worden en geen haas.
De meeste mensen zijn gemaks- en gewoontedieren en Big Tech bedrijven leveren deze vertrouwde omgeving.
Zodra Web3 een gespreid bedje wordt, zoals de populaire apps van tegenwoordig bieden, kan het indruk gaan maken. Tot die tijd kun je maar beter je account bij deze populaire apps nog maar niet opgeven. In je eentje met AI praten is nou eenmaal niet voor iedereen weggelegd.